Jozua 8:33

SVEn gans Israel met zijn oudsten, en ambtlieden, en zijn rechters, stonden aan deze en aan gene zijde der ark, voor de Levietische priesteren, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, zo vreemdelingen als inboorlingen, een helft daarvan tegenover den berg Gerizim, en een helft daarvan tegenover den berg Ebal, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN, bevolen had; om het volk van Israel in het eerst te zegenen.
WLCוְכָל־יִשְׂרָאֵ֡ל וּזְקֵנָ֡יו וְשֹׁטְרִ֣ים ׀ וְשֹׁפְטָ֡יו עֹמְדִ֣ים מִזֶּ֣ה ׀ וּמִזֶּ֣ה ׀ לָאָרֹ֡ון נֶגֶד֩ הַכֹּהֲנִ֨ים הַלְוִיִּ֜ם נֹשְׂאֵ֣י ׀ אֲרֹ֣ון בְּרִית־יְהוָ֗ה כַּגֵּר֙ כָּֽאֶזְרָ֔ח חֶצְיֹו֙ אֶל־מ֣וּל הַר־גְּרִזִ֔ים וְהַֽחֶצְיֹ֖ו אֶל־מ֣וּל הַר־עֵיבָ֑ל כַּאֲשֶׁ֨ר צִוָּ֜ה מֹשֶׁ֣ה עֶֽבֶד־יְהוָ֗ה לְבָרֵ֛ךְ אֶת־הָעָ֥ם יִשְׂרָאֵ֖ל בָּרִאשֹׁנָֽה׃
Trans.wəḵāl-yiśərā’ēl ûzəqēnāyw wəšōṭərîm| wəšōfəṭāyw ‘ōməḏîm mizzeh ûmizzeh lā’ārwōn neḡeḏ hakōhănîm haləwîyim nōśə’ê ’ărwōn bərîṯ-JHWH kagēr kā’ezərāḥ ḥeṣəywō ’el-mûl har-gərizîm wəhaḥeṣəywō ’el-mûl har-‘êḇāl ka’ăšer ṣiûâ mōšeh ‘eḇeḏ-JHWH ləḇārēḵə ’eṯ-hā‘ām yiśərā’ēl bāri’šōnâ:

Algemeen

Zie ook: Ark (des Heeren, Verbond), Ebal, Gerizim, Levieten, Mozes
Deuteronomium 11:29, Deuteronomium 27:12, Deuteronomium 27:13

Aantekeningen

En gans Israël met zijn oudsten, en ambtlieden, en zijn rechters, stonden aan deze en aan gene zijde der ark, voor de Levietische priesteren, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, zo vreemdelingen als inboorlingen, een helft daarvan tegenover den berg Gerizim, en een helft daarvan tegenover den berg Ebal, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN, bevolen had; om het volk van Israël in het eerst te zegenen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

כָל־

En gans

יִשְׂרָאֵ֡ל

Israël

וּ

-

זְקֵנָ֡יו

met zijn oudsten

וְ

-

שֹׁטְרִ֣ים׀

en ambtlieden

וְ

-

שֹׁפְטָ֡יו

en zijn rechters

עֹמְדִ֣ים

stonden

מִ

-

זֶּ֣ה׀

deze

וּ

-

מִ

-

זֶּ֣ה׀

gene

לָ

-

אָר֡וֹן

zijde der ark

נֶגֶד֩

voor

הַ

-

כֹּהֲנִ֨ים

priesteren

הַ

-

לְוִיִּ֜ם

de Levietische

נֹשְׂאֵ֣י׀

droegen

אֲר֣וֹן

die de ark

בְּרִית־

des verbonds

יְהוָ֗ה

des HEEREN

כַּ

-

גֵּר֙

zo vreemdelingen

כָּֽ

-

אֶזְרָ֔ח

als inboorlingen

חֶצְיוֹ֙

een helft

אֶל־

daarvan tegenover

מ֣וּל

-

הַר־

den berg

גְּרִזִ֔ים

Gerizîm

וְ

-

הַֽ

-

חֶצְי֖וֹ

en een helft

אֶל־

-

מ֣וּל

daarvan tegenover

הַר־

den berg

עֵיבָ֑ל

Ebal

כַּ

-

אֲשֶׁ֨ר

gelijk als

צִוָּ֜ה

bevolen had

מֹשֶׁ֣ה

Mozes

עֶֽבֶד־

de knecht

יְהוָ֗ה

des HEEREN

לְ

-

בָרֵ֛ךְ

te zegenen

אֶת־

-

הָ

-

עָ֥ם

om het volk

יִשְׂרָאֵ֖ל

van Israël

בָּ

-

רִאשֹׁנָֽה

in het eerst


En gans Israël met zijn oudsten, en ambtlieden, en zijn rechters, stonden aan deze en aan gene zijde der ark, voor de Levietische priesteren, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, zo vreemdelingen als inboorlingen, een helft daarvan tegenover den berg Gerizim, en een helft daarvan tegenover den berg Ebal, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN, bevolen had; om het volk van Israël in het eerst te zegenen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!